Stress is een signaal dat ons de kans geeft om te leren en sterker te worden. Wanneer ga jij ernaar luisteren voordat het te laat is? In dit artikel deel ik mijn visie op het ontstaan van een burn-out: hoe ontstaat een burn-out? Welk proces gaat daar meestal aan vooraf? Wat zijn de belangrijkste oorzaken? Op basis van mijn ervaringen als burn-out coach kwam ik tot de conclusie dat ervaringen uit je jeugd een belangrijke rol spelen.
Burn-out ontstaat door patronen die al vanaf jonge leeftijd zijn aangeleerd en daarmee vaak onbewust in gedrag naar boven komen, of zelfs voor lange tijd helemaal niet zichtbaar zijn. Je kunt bijvoorbeeld als jonge jongen of als jong meisje geleerd hebben om alles goed te doen voor je ouders. Op de middelbare school werd je hierdoor perfectionistisch en ook later in je werk ging je automatisch ‘pleasen’.
Patronen zijn vaak diep ingesleten, en vaak zijn ze voor onszelf niet goed zichtbaar. We merken niet dat we te hard werken voor iemand anders, of keuzes maken vanuit angst voor afwijzing.
Aan ons de taak als volwassene om met compassie naar onszelf en ons gedrag te kijken en de kans op een burn-out te minimaliseren. De eerste stap is altijd het opmerken van de patronen waar we in verzanden. Zie hoe je reageert op stress, en durf conclusies te trekken over wat wel en niet werkt. Je kunt je jezelf vanuit zelfcompassie benaderen door een liefdevolle houding aan te nemen; door voor jezelf te zorgen zoals je voor een kind zou zorgen.
Vanuit de wetenschap dat je doet wat je kan, en het beste probeert te doen, ook al doe je jezelf daar soms pijn mee. Zelfcompassie helpt je ontspannen, en dan kan je beter zien wat er nu echt aan de hand is. Het gaat over het toestaan van angst, woede of verdriet, emoties die zich vaak verschuilen onder je patronen.
Dan nu terug naar de belangrijke vraag: hoe ontstaat een burn-out? Het wordt nu al duidelijk dat een gebrek aan zelfcompassie een deel van het antwoord (en dus het probleem) is.
De mate van erkenning en acceptatie die je als kind kreeg om te zijn wie je was en te doen wat je deed, bepaalt de gevoeligheid voor stress die je de rest van je leven met je meedraagt. Wanneer je vanuit je omgeving als kind het signaal kreeg dat je niet goed genoeg was, dan zul je je wereld vanuit dat perspectief gaan ervaren. Je gaat leven en werken vanuit de angst dat mensen ontdekken dat jij niet goed genoeg bent. Hierdoor kun je té hard gaan werken, te veel pleasen, je kunt onzeker worden en controlerend.
Kinderen zijn kwetsbaar en afhankelijk. Volwassenen, die de wereld denken te begrijpen, zullen hun best doen hun kind zo goed mogelijk te beschermen voor alle gevaren die zij zien. Volwassenen zullen het dus zeggen wanneer ze denken dat het kind iets fout doet. Kinderen (0 tot 6 jaar) staan volop open op alle niveaus (ratio, gevoel, intuïtie en realisme), reageren impulsief en handelen primair in het moment. Als de niveaus niet congruent met elkaar zijn, bijvoorbeeld door een levensbedreigende situatie, ontstaat er spanning die tot kortsluiting kan leiden.
Hieruit vloeit de stressrespons voort: vechten, vluchten en bevriezen. Voor een kind kan dit al zoiets kleins zijn als honger, of geen geborgenheid ervaren als het zich alleen voelt. Dit kan ‘in het moment’ namelijk levensbedreigend aanvoelen, kinderen tot 6 jaar hebben nog geen besef van rationele gedachten als oorzaak-gevolg en heden-verleden. Een kind kan kortom door moeilijke ervaringen in de jeugd een grote gevoeligheid voor stress ontwikkelen.
Hoe vaker een lastige situatie zich herhaalt, hoe meer de spanning zich vastzet en hoe groter de gevoeligheid voor deze spanning wordt. We leren om te gaan met de spanning en eromheen te werken, waardoor we verder kunnen met ons leven. De primaire stressrespons blijft en deze nemen we mee in ons verdere leven. Dit is het patroon dat we ontwikkelen.
Wanneer zich in ons volwassen leven een situatie voordoet waar deze spanning weer wordt getriggerd, wordt dus ditzelfde reactiepatroon weer geactiveerd. Als je dit niet van jezelf herkent en je langdurig aan deze situatie wordt blootgesteld, kan een burn-out op de loer liggen. De stress stapelt zich op en als het lang genoeg aanwezig blijft, kun je op een goed moment zelfs de kleinste prikkeling niet meer verdragen. Het lastige is dat je je zelf vaak niet bewust bent van de trigger, het patroon, en de grote hoeveelheid stress en spanning.
Denken alleen gaat je niet helpen het patroon te doorbreken, want het gaat om meer dan gedachten. Het verhaal ligt diep van binnen verborgen, opgeslagen in je vroege kindertijd. De congruentie tussen alle 4 de niveaus (ratio, gevoel, intuïtie en realisme) moet gevonden worden om de stress los te laten en de energie weer te laten stromen. Wat je denkt moet kloppen met wat je voelt en diep van binnen weet.
Zelfcompassie helpt je om dit te bewerkstelligen. Door jezelf te accepteren zoals je nu bent, ontstaat er ruimte voor je emoties. Je patronen (pleasen, hard werken, doen alsof) zijn slechts toedekkingen van die emoties. Door weer te gaan voelen, kunnen je je bevrijden van je patronen.
Als burn-out coach spreek ik regelmatig met mensen met stressklachten. Ik zie nu steeds duidelijker hoe ervaringen uit je jeugd bijdragen aan je patronen en stressgevoeligheid nu. Hoe spannend het ook is, het kan helend zijn om die patronen langzaam los te laten, eventueel samen met een coach. Eerst door je patronen compassievol te erkennen: ‘dit is wat ik doe’. Vervolgens probeer je te minderen, en voel je welke emoties er opkomen. Keer naar binnen en maak contact met je innerlijk kind. Waar zit de angst? Wat heeft hij of zij nodig? Zo kun je het ontstaan van een burn-out voorkomen, of een terugval in een tweede burn-out. Als burn-out coach help ik je graag bij dit waardevolle en leerzame proces. Neem vrijblijvend contact op om de mogelijkheden te bespreken.
Doe geheel vrijblijvend de burn-out test of neem contact met ons op.
Direct contact Of bel 085 - 5363606