Volgens de Van Dale betekent geborgenheid ‘veiligheid’. Dit is een nogal koele en afstandelijke definitie, die mijns inziens niet de hele lading dekt. Veiligheid is weliswaar een levensbehoefte in de behoeftepiramide van Maslow, maar bij geborgenheid hoort ook een stukje emotionele veiligheid. Ik moet altijd denken aan hele kleine kinderen of zelfs baby’s. Naast voedsel (melk) en een schone luier hebben zij allereerst geborgenheid nodig. Dit vinden ze in de beschermende armen van hun vader, moeder of andere verzorger. Als wij als kind onvoldoende geborgenheid hebben ervaren, kan het zijn dat we er als volwassene (bovenmatig veel) naar verlangen.
Een ronde op internet levert nog meer betekenissen op van geborgenheid. Daarmee komen we dichter bij de ware inhoud van het woord dan alleen de definitie ‘veiligheid’. Woorden als nestwarmte, je op je gemak voelen, een behaaglijke warmte en zekerheid geven beter de strekking van het woord weer.
Een kindje dat ter wereld komt heeft meer nodig dan alleen voedsel en een schone luier. Naast fysieke warmte heeft het emotionele warmte nodig. Het heeft maanden in een warme, veilige baarmoeder gezeten en komt ineens in een koude wereld vol licht en geluid. Die overgang is nogal een schok voor het systeem. Gelukkig zijn daar – idealiter – papa en mama. De geur en stem van de ouders zijn bekend en geven al dat nodige stukje geborgenheid. Een baby is het liefst constant in de buurt van de ouders. Dat voelt veilig.
Biologisch gezien zit dat heel vernuftig in elkaar. Er zijn diersoorten die moedermelk hebben met een vrij hoog vetpercentage. Dit zorgt ervoor dat de jongen langere tijd zonder melk kunnen, zodat de moeder op zoek kan gaan naar voedsel. Ze laat daarmee haar jong(en) een bepaalde tijd alleen in het nest of hol. Daarnaast zijn er ook diersoorten met een vrij hoog percentage aan koolhydraten in de moedermelk. Deze verbranden snel, waardoor de jongen met korte tussenpozen telkens kleine beetjes moeten drinken. De jongen van deze diersoorten zijn daarom vrijwel constant in de nabijheid van hun moeder. Ze zitten bijna de hele dag tegen haar ‘aangeplakt’.
Drie keer raden onder welk soort wij mensen vallen… In onze moderne maatschappij willen wij ouders vaak graag onze vrijheid behouden. Een baby’tje wordt in een bedje of wandelwagen gelegd. Het moet het liefst zo snel mogelijk zelfstandig inslapen. Een baby in je eigen bed nemen is uit den boze. Deze blog gaat niet over veilig slapen of over de bijzondere waarde van een draagzak. Daar zijn heel veel andere inspirerende artikelen en blogs over geschreven. Maar ik wil wél laten zien wat onze biologische, menselijke behoefte is. En dat de kans dus vrij groot is dat we een gemis aan geborgenheid hebben ervaren, ook al is dat nu niet meer bewust.
Verlangen naar geborgenheid is ook als volwassene heel normaal. We zijn nu eenmaal sociale dieren en wij hebben elkaar nodig om ons goed te voelen. Er zijn niet voor niets termen als huidhonger ontstaan: mensen (vooral singles vandaag de dag, maar ook kwetsbare mensen ten tijde van de coronapandemie die niemand meer konden of mochten aanraken) ervaren een gemis aan fysiek contact. Een knuffel, een liefdevolle aanraking, een aai over de bol… Daarom is er ook vandaag de dag zoveel behoefte aan massages.
Door aanraking maken we hormonen aan die ons goed doen voelen. Bovendien zorgen deze hormonen ervoor dat we ons meer verbonden voelen met de mensen die ons dierbaar zijn. Oxytocine – het belangrijkste hormoon bij dat bij aanraking vrijkomt – wordt niet voor niets het knuffelhormoon genoemd!
Wat nu als je een bovenmatig verlangen voelt naar geborgenheid? Je zou het liefst willen dat iemand voor je zorgt. Mogelijk projecteer je je verlangens op je partner, die vervolgens een soort vader- of moederrol op zich zou moeten nemen om aan die verlangens te voldoen. Vraag jezelf eens af of een dergelijk verlangen het verlangen van jouw kleine meisje of jongetje is, of het verlangen van een volwassen man of vrouw. Natuurlijk kan het heerlijk zijn om in de armen van je partner op bed te liggen en een heerlijk gevoel van geborgenheid te ervaren. Dit is heel normaal en gezond en je zou dit het verlangen van je volwassen zelf kunnen noemen.
Maar wanneer is het jouw innerlijke kind die het overneemt en van je partner verlangt dat die geeft wat jouw kleine meisje of jongetje zo graag wilt? Wees hierin eerlijk naar jezelf. Praat erover met je partner of iemand anders die je vertrouwt. Blijkbaar heeft jouw innerlijke kind iets gemist, want het verlangt er nog zo sterk naar. Zoals eerder gezegd kan dit verlangen ontstaan zijn in de babytijd. Je kunt dan verstandelijk heel goed beredeneren waarom je dit verlangen hebt en dat het niet reëel is dit van je partner te verlangen, maar je zoogdierenbrein snapt daar helemaal niets van. Die wil gewoon vastgehouden en gewiegd worden, als een onschuldig baby’tje.
Ook kan het gebrek aan geborgenheid van je innerlijke kind op latere leeftijd zijn ontstaan. Mogelijk was je je er toen wél bewust van en kon je er al woorden aan geven. Misschien ook niet. Als het gebrek is ontstaan in een tijd dat je nog niet kon praten of er geen woorden aan kon geven, dan heeft alleen erover praten geen zin, want je zoogdierenbrein gaat daar niet in mee. Gesprekstherapie alleen is dan niet voldoende.
Het is belangrijk dat je de ervaring in gaat, bijvoorbeeld met lichaamsgerichte therapieën. Er zijn vele mogelijkheden, van ademwerk of coaching in de natuur tot oefeningen gebaseerd op de polyvagaal theorie en van Ayurveda of vrouwencirkels tot plantmedicijnen. Het is belangrijk dat je op je gevoel durft te vertrouwen, want je hoofd kan niet alles oplossen. Informeer je dus goed over de verschillende mogelijkheden, maak kennis met de therapeuten of begeleiders en gun jezelf datgene wat je zo gemist hebt. Je bent ook bij ons van harte welkom, elk van onze coaches heeft zijn of haar eigen specialismen. Neem vrijblijvend contact op voor een kennismaking!
Doe geheel vrijblijvend de burn-out test of neem contact met ons op.
Direct contact Of bel 085 - 5363606