Je zorgen maken om een stressvolle situatie is voor niemand vreemd. Uren wakker liggen is in een dergelijke situatie geen uitzondering en overkomt iedereen wel eens. Naarmate de tijd verstrijkt merk je dat, zodra je de stressfactor wegneemt, het piekeren vanzelf minder wordt. Soms komt het voor dat het piekeren niet minder wordt maar zich verplaatst naar een volgend probleem. Als dit een overheersende factor wordt in je leven spreken we van een piekerstoornis. Wat is precies een piekerstoornis en hoe kun je hier mee omgaan? In dit artikel gaan we er dieper op in.
Wat is een piekerstoornis?
Een piekerstoornis wordt ook wel een gegeneraliseerde angststoornis genoemd, al is er nogal wat discussie of dit wel hetzelfde is. Ongeveer 2% van alle Nederlanders lijdt aan een piekerstoornis of krijgt hiermee te maken. Feitelijk is een piekerstoornis het continu ervaren van angstgedachten die vaak onredelijk zijn. Je ervaart dezelfde gedachten als ieder ander als we spreken over nadenken of je kind wel veilig thuiskomt, of misschien heb je iets gekocht wat achteraf toch iets meer boven budget ligt dan ingecalculeerd. Tijdens een piekerstoornis overheersen die denkpatronen direct je hele leven. Je creëert angsten die er eigenlijk helemaal niet zijn en daarbij weet je deze angsten goed te voeden met zogenoemde flash-forward gedachten. Flash-forward gedachten zijn het nadenken over situaties die nooit zijn gebeurd en waarschijnlijk ook nooit gaan gebeuren.
Ontstaan van een piekerstoornis
Er is geen specifieke oorzaak te benoemen voor het ontwikkelen van een piekerstoornis. Grotendeels is het een combinatie van opvoeding en erfelijkheid. Wanneer een van je ouders een angst- of paniekstoornis heeft, is de kans grotere dat jij ook een dergelijke stoornis ontwikkelt. Daarnaast kan het ook getriggerd worden door nare situaties in je jeugd zoals geldzorgen binnen het gezin, gepest worden of het onvoldoende gesteund voelen door ouders of opvoeders. Over het algemeen ontstaat een piekerstoornis geleidelijk aan maar in sommige gevallen kan het ontstaan door een plotselinge traumatische gebeurtenis. De angst die je op dat moment voelde kan doorslaan in het dagelijks leven en zo een piekerstoornis triggeren. Dit zie je vooral bij het meemaken van heftig geweld of een (auto)ongeluk.
Symptomen van een piekerstoornis
Soms is het lastig om een piekerstoornis te herkennen. Hierdoor blijft deze aandoening regelmatig onbehandeld. Symptomen worden gebagatelliseerd of afgedaan als signalen van chronische stress. Naast dat dit je leven een stuk lastiger maakt, is je herstel periode ook vele malen langer dan wanneer je erkent dat er een daadwerkelijke angststoornis aanwezig is. Hoe herken je een piekerstoornis?
- Slecht slapen, veel wakker liggen door het piekeren. Hierdoor ben je vaak ook oververmoeid
- Veel zorgen maken om situaties die (nog) niet gebeurd zijn
- Rusteloos zijn
- Spierpijn komt ook regelmatig voor. Doordat je weinig slaapt en veel gespannen bent, komen je spieren slecht tot rust
- Je bent prikkelbaar. Ook dit gaat hand in hand met je slaaptekort
- Geheugen- en concentratieproblemen. Piekergedachte, angst en paniek overheersen dusdanig je leven dat er weinig ruimte overblijft voor andere relevante informatie
Wanneer de piekeraanval z’n piek bereiken kun je de volgende symptomen herkennen:
- Je hoofd voelt als een waterval van informatie. Gedachten wisselen elkaar snel af. Deze bestaan voornamelijk uit angsten, paniek of zorgen
- Door de grote hoeveelheid piekeren word je bang of raak je volledig in paniek. Dit past bij een paniekaanval
- Hoofdpijn, druk in je hoofd of druk achter je oogkas
- Zweten, trillen of tintelingen
- Snel ademen, gevolgd door hyperventilatie
- Buikpijn, misselijkheid, het gevoel dat je moet overgeven of diarree
- Je kunt zelfs een beetje verward raken en hebt aanvallen van derealisatie
Verschil tussen pieker- en angststoornis
Je zou kunnen zeggen dat een piekerstoornis en angststoornis hetzelfde zijn maar er zijn toch een aantal verschillen. Iemand die lijdt onder een angststoornis hoeft namelijk niet direct een piekerstoornis te hebben. Andersom heb je wel vaak beide. Wie overmatig piekert, lijdt bijna zeker ook aan een angststoornis. Een piekerstoornis wordt voornamelijk gevoed door angst en de angst bestaat dan ook grotendeels uit het ervaren van angst. Terwijl een angststoornis ook zonder overmatig piekeren kan bestaan. Een angststoornis hoeft niet altijd samen te gaan met paniekaanvallen. Er zit ook een wezenlijk verschil tussen het ervaren van angst en overmatig piekeren. Een angstaanval duurt gemiddeld niet langer dan een uur terwijl een piekeraanval uren achtereen kan duren.
Tips tijdens een aanval
De tips voor het hebben van een piekerstoornis komen aardig overeen met de adviezen die je krijgt als je een angst- of paniekstoornis hebt. Wat kun je in het dagelijks leven doen en wat doe je tijdens een aanval?
- Zoals eigenlijk ook van belang is zonder een piekerstoornis: Beweeg genoeg, eet gezond, vermijd suikers, gebruik geen verdovende middelen en plan genoeg ontspanning in. Stress is dé grootste trigger deze stoornis te verergeren
- Lees literatuur over pieker- en angststoornissen. Hierdoor creëer je bewustwording over je gedachten en hoe je deze kunt benaderen
- Besef je dat jij niet je denken bent. De angst en paniek zijn er nu eenmaal tijdens een piekeraanval. Dit betekent niet dat je er ook iets mee hoeft te doen. Benader je gedachten als een waterval. Je kan er onder gaan staan en niets meer horen door het lawaai. Of je gaat ernaast staan en observeert je gedachten zonder er waarde aan te hechten
- Tijdens een aanval kan het helpen hardop te zingen, muziek te draaien of hardop voor te lezen
Controle krijgen over je piekerstoornis
Als je verteld wordt dat je niet aan roze olifanten mag denken is dit natuurlijk het eerste waar je aan denkt. Probeer jezelf maar eens te vertellen dat je niet mag piekeren. Dit lijkt haast wel onmogelijk. Een piekerstoornis onder controle krijgen is iets wat tijd en training nodig heeft. Het is aan te raden hiervoor hulp te vragen van een professionele coach. Hij of zij kan jou helpen jouw waterval van gedachten beter te begrijpen en daarbij de handvatten te krijgen hoe je ze er kan laten zijn, zonder er iets mee te hoeven doen. Gun jezelf deze ontspanning en geluk, maar vooral rust in je hoofd.