Heb je een opgebrand gevoel? Voelt het leven zwaar en lijkt het ‘s ochtends wel of er lood in je ledematen zit? Ga je met tegenzin naar je werk en kom je futloos thuis? Als je dit bij jezelf al langere tijd herkent, dan is de kans groot dat je een burn-out hebt of ertegenaan zit. Waar komt dat opgebrande gevoel vandaan?
In de Volkskrant was even geleden te lezen dat 6,4 procent van de Nederlanders altijd uitgeput thuis komt uit zijn of haar werk. Dat lijkt nog mee te vallen als je het vergelijkt met de nummer één: in Turkije is dit 25 procent. Desondanks is 6,4 procent niet niks, als je kijkt naar de aantallen: in 2023 had 9,8 miljoen Nederlanders tussen de 15 en 75 jaar een betaalde baan. Dat betekent dus dat ruim 627 duizend mensen behoorlijk opgebrand is, omdat ze altijd doodmoe thuis komen. Geen gezonde situatie.
Burn-out komt steeds meer voor en zou je een epidemie kunnen noemen. Vroeger kwam het vooral voor onder veertigers en vijftigers. Tegenwoordig zie je het steeds vaker onder dertigers en twintigers. Ook juist veel studenten kampen ermee, gemiddeld komt zo’n 12,5 procent van de studenten ergens in hun studietijd in een burn-out terecht. Dat aantal ligt dus een stuk hoger dan het landelijk gemiddelde voor werkenden! Het hangt wel van de studie af. Sommige studies, zoals geneeskunde, scoren nog hoger in de burn-out cijfers. Opgebrand zijn tijdens je studie, voor velen een nachtmerrie. En helaas voor velen een realiteit.
Er zijn uiteraard diverse oorzaken te noemen waarom mensen zich zo opgebrand kunnen voelen. Over het algemeen is het een combinatie van persoonlijkheidskenmerken én een situatie die veel van iemand vraagt. Denk maar een de geneeskundestudent die coschappen loopt, bijdraagt aan verschillende commissies van de studentenvereniging, actief is in de jaarclub van het dispuut en ook nog probeert te sporten. Als het een student is die angst heeft om te falen en hierdoor een studieschuld op te lopen, heb je al snel de poppen aan het dansen.
Daarnaast zijn we ook bereikbaarder dan ooit tevoren. De smartphone is een uitkomst, maar heeft ook veel (sociale) druk opgeleverd. Het altijd bereikbaar moeten zijn kost ongemerkt een hoop energie. Bovendien doen sociale media een flinke duit in het zakje. Alles wat je daar voorbij ziet komen ziet er meestal geweldig uit en door je te vergelijken met al die anderen die zo’n geweldig leven hebben, voel je je mogelijk tekort schieten. Je kunt het gevoel krijgen dingen te missen en harder te moeten werken, bij meer leuke activiteiten te zijn en voor je het weet ben je slachtoffer van je eigen FOMO: Fear Of Missing Out.
Bovendien zijn de mogelijkheden tegenwoordig eindeloos. We kunnen zelf kiezen welke studie we volgen, welke baan we willen doen, waar we willen wonen, welke partner we kiezen en hoe we onze vrije tijd in willen vullen. Dat is geweldig, want zoals het vroeger was, (je deed het beroep van je vader of als vrouw bleef je thuis bij de kinderen en dat was dan dat) is ook niet zaligmakend. Maar hoe komt het dan dat we nú veel vaker opgebrand zijn dan in die ‘goeie ouwe tijd’?
Ten eerste waren er vroeger vast meer mensen opgebrand dan we weten. Moeders die overspannen thuis zaten kregen hulp van de buurvrouw, de oma en de tante. Het sociale vangnet was groter, want mensen woonden dichter bij elkaar in de buurt. Hierdoor kwamen veel gevallen niet bij huisarts of bedrijfsarts terecht, dus ze bleven ook onbekend voor de cijfers. Het kwam dus waarschijnlijk vaker voor dan we weten.
Desondanks is het leven nu gewoon ingewikkelder dan vroeger. Een huismoeder was de hele dag in de weer met de kinderen en het huishouden, maar dat was het dan. Ze hoefde niet na te denken over het maken van een social media post over de schone was die aan de lijn hing te drogen. Ze hoefde niet te reageren op een groot aantal appjes en mailtjes van vrienden, familie of collega’s. Die laatste had ze sowieso niet, want ze had geen werk. En een vader deed niet zo veel in het huishouden. Hij was veel weg, aan het werk. Maar als hij thuis kwam was hij dan ook klaar. De vrouw kookte en deed de afwas terwijl hij zijn pijp rookte en de krant las. Ook hij hoefde niet het nieuws op nu.nl en Twitter bij te houden of allerlei appjes en mailtjes te beantwoorden.
Daarnaast hebben we ook gewoon hogere verwachtingen en eisen. We willen niet naar de camping tien kilometer verderop, we willen op reis naar Bali, Mexico of de Bahama’s. Daar is op zich niets mis mee (behalve dat het erg belastend is voor het milieu, maar daar gaat deze blog nu niet over), maar overvragen we onszelf niet een beetje? Moeten we wel mee doen met de ratrace? En waarom wil je eigenlijk al die dingen? Omdat je vrienden en de hele maatschappij het zo doet?
Ik schets het plaatje hierboven even heel gechargeerd, maar zo krijg je een beetje een gevoel van het contrast tussen toen en nu. En ik stel je een prikkelende vraag om je aan het denken te zetten. Want zijn wij het niet uiteindelijk zelf die ervoor zorgt dat we opgebrand raken? Ja en nee. Want het vraagt moed, lef en energie om het anders te doen.
Onder de verantwoordelijkheden van werk en studie komen we niet uit. Bepaalde dingen moeten nou eenmaal gedaan worden om je werk goed te kunnen doen. Maar wat is goed genoeg? De perfectionist vindt het niet snel goed en vraagt te veel van zichzelf. En vaak dénken we dat we van alles moeten en dat mensen van alles van ons verwachten, maar is dat ook echt zo? Sta daar eens bij stil en vraag jezelf af wat jij écht wilt doen. Wat je écht moet doen. Wat blijft er over als je mag kiezen vanuit vrijheid?
Doe geheel vrijblijvend de burn-out test of neem contact met ons op.
Direct contact Of bel 085 - 5363606