“Zonder wrijving geen glans!”
Ik heb zojuist een heel eind hardgelopen in Koningshof, een heel mooi duingebied vlak bij ons huis in Haarlem en ik moet denken aan een moment dat ik samen hard liep met mijn zoontje. Hij was een jaar of 5 en vond het heerlijk om achter mij aan te raggen met zijn loopfietsje. Koningshof is nogal heuvelachtig, maar hij hanteerde zijn loopfiets als een soort mountainbike, een vaardigheid die hij zich helemaal eigen had gemaakt. De loopfiets heeft er denk ik voor gezorgd dat hij in een dag leerde fietsen, zijwieltjes waren niet nodig. Hij voelde zich al zo zeker op een fiets, hij ging er in één keer vandoor. Hij snapte dat een gewone fiets niet zoveel anders was dan een loopfiets. Hij paste vaardigheden toe op de gewone fiets die hij op de loopfiets had geleerd, alsof het niets was.
Dit boeit mij enorm: hoe je vaardigheden van het ene terrein over kunt brengen naar het andere. Hoe maak je zeg maar, een transfer. Dat probeer ik ook als psychomotorisch therapeut voor elkaar te krijgen: vaardigheden die cliënten in de therapie leren proberen ze in het dagelijks leven ook toe te passen. En dat is lang niet altijd makkelijk!
Ik krijg vaak cliënten die beter willen leren hun grenzen aan te geven. Daarvoor laat ik ze blind op een boom aflopen, balanceren op een boomstam, een toren bouwen van takken of een boom uitkiezen die past bij hun gevoel. Laatst vroeg een client aan me waarom hij zo nodig moest leren balanceren op een boomstam terwijl hij bij me was gekomen om minder te leren piekeren. Ja, dan is het aan mij om verbanden te leggen, om duidelijk te maken waar ik naar toe wil.
Ik heb in 2011 een burn-out gehad. Achteraf denk ik dat het een samenloop van omstandigheden is geweest. Vaak zie je pas echt wat er gebeurd is als het voorbij is. Mijn jongste kind was net van de borstvoeding af, maar weigerde iets anders. Voedselallergie bleek de oorzaak te zijn en veel ziekenhuisopnames volgden. Ik dacht dit prima te kunnen combineren met werken, maar vloog een paar maanden later gierend de bocht uit. Gierend zeg ik, omdat ik van de ene op de andere dag ineens niets meer kon. Mijn hartslag steeg rustig naar 180 slagen per minuut, terwijl ik alleen maar wandelde!
Een paar maanden later lag ik met oud en nieuw in het ziekenhuis, met medisch niet te verklaren klachten. Mijn lijf was mijn gedrag van altijd maar doorgaan zat en gooide er letterlijk alles uit. Ik besloot op dat moment mijn leven anders in te richten, anders zou ik er aan onderdoor gaan. Voor mij hield dat in dat ik voortaan meer gehoor gaf aan mijn eigen gevoel en minder aan de (ingebeelde) verwachtingen van anderen. Achteraf vind ik de burn-out een cadeautje, maar ik weet nog heel goed dat ik dat toen niet vond.
Ik vind humor erg belangrijk: ik merk dat er veel gelachen wordt in de sessies. Dat vind ik ontzettend fijn en zo bevrijdend! Zonder regen geen zonneschijn en ik denk wel eens: hoe harder het regent, hoe meer de zon opvalt erna.
Ervaringsgericht: cliënten die bij mij komen hebben vaak al psychologische hulpverlening gehad, waarin ze inzicht hebben gekregen in hun handelen en de vaak belemmerende gedachten die hen er van weerhoudt keuzes te maken die goed voor henzelf zijn. Maar hoe dit toe te passen is in de praktijk is soms nog een brug te ver. Door deze kennis te combineren met ervaringsgerichte oefeningen merk ik dat ineens het kwartje valt hoe dit dan toe te passen is in de praktijk.
Fouten mag je maken: zonder wrijving geen glans. Ik ben een betere hulpverlener geworden door mijn eigen ervaring met lichamelijke klachten die geen medische oorzaak hadden.
Opleiding:
Bewegingswetenschappen, afstudeerrichtingen psychomotorische therapie en ergonomie (2001)
Masterclass Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (2017)
Voortgezette Bijscholing Onvoldoende Verklaarde Lichamelijke Klachten (2018)
Cursus Rouw en Verlies (2019)