Ontspullen, je hebt er vast van gehoord. En waarschijnlijk ken je Marie Kondo, dé opruimgoeroe van dit moment. Zij leert je hoe je ruimte en overzicht creëert in huis. Hoe je ervoor zorgt dat je weinig (onnodige en nutteloze) spullen hebt en vooral nooit meer hoeft te zoeken naar iets dat je kwijt bent. Klinkt dit te mooi om waar te zijn? Misschien wel, maar het hoeft lang niet zo rigoureus als Marie Kondo het doet. Ze is nogal fanatiek namelijk. Maar er zitten veel voordelen aan ontspullen. Lees in deze blog waarom jij wilt ontspullen en volg vooral de tips om dit ontspannen te kunnen doen!
Ontspullen is hip
Ontspullen is populair. Er zijn boeken over geschreven (zowel voor kinderen als volwassenen), talkshows over volgepraat, Netflix series over gemaakt en podcasts over te beluisteren. Blijkbaar hebben we met zijn allen een probleem: we hebben te veel rommel. Dit is ook niet zo gek. Door massaproductie zijn veel producten voor weinig geld te koop. Vroeger loonde het om een kapot kledingstuk of gebruiksvoorwerp te repareren. Vandaag de dag is het vaak goedkoper om een nieuw apparaat te kopen dan het te laten repareren. Bovendien zijn velen van ons de vaardigheden verleerd om kleding te repareren. Wie stopt er nu bijvoorbeeld nog sokken? Hooguit je oma, hoewel die van mij een sok met een gat erin ook gewoon weggooit en een nieuwe 10-pack koopt.

Zo stapelen de sokken zich op. En niet alleen sokken: veel mensen hebben een kledingkast vol met kleding die ze niet of zelden dragen. En wat te denken van die rommel op zolder of in de schuur? Vaak dozen vol. Spullen met emotionele waarde van de kinderen. Spullen die we niet gebruiken, maar misschien in de toekomst eens nodig zouden kunnen hebben. Maar ook dingen die we hebben gekregen, maar niet mooi of handig in gebruik zijn. Of misschien kunnen we er ons kleinkind er nog eens blij mee maken als die over een paar jaar op kamers gaat…
Tegenbeweging: minimalisme en ontspullen
Ondanks dat veel mensen te veel spullen in huis hebben is er ook een tegenbeweging gaande en die vind je in het minimalisme: het zo min mogelijk spullen hebben en slechts die dingen kopen die je dagelijks nodig hebt. Lenen, huren en je niet meer gebruikte spullen doorgeven aan iemand anders zijn er onderdeel van. Een tiny house is een voorbeeld van minimalisme op de huizenmarkt. Mensen gaan heel klein wonen om hun ecologische voetafdruk te verkleinen en veelal dichter bij de natuur te wonen. Less is more is de slogan.
Zo binnen, zo buiten
Er is een gezegde dat heel toepasselijk is bij het ontspullen: zo binnen, zo buiten. En dus ook: zo buiten, zo binnen. Een helder voorbeeld hierbij is je bureau. Een bureau dat vol ligt met papieren, mappen, schrijfwaren, drie lege mokken met een laagje koffie er nog in, etensresten en snoeppapiertjes nodigt niet uit om gefocust aan het werk te gaan. Sterker nog: je kunt er stress van krijgen! Tot op zekere hoogte kun je gewoon aan het werk gaan, ook al ligt die ene brief er nog waar je nog actie op moet ondernemen. Maar op een gegeven moment is de maat vol: je moet toch echt eerst eens opruimen, want je kúnt niet eens meer aan het werk met zo’n overvol bureau.

Je begrijpt dat het bureau een vrijwel letterlijke metafoor is geworden voor je hoofd. Je hoofd raakt vol van rommel om je heen. Die rommel is namelijk niet zomaar rommel. Elke brief, elke map die rondslingert en elk leeg bord dat in de woonkamer is blijven staan herinnert je aan iets: het zijn als het ware de to-do’s van je papieren (of digitale) lijstje in 3-D vorm! ‘Die brief moet ik later nog even beantwoorden. Ik moet mijn administratie nog bijwerken. De afwas moet nog gedaan worden, maar dat komt straks wel.’ Het zorgt dus voor heel veel onrust in je hoofd.
Opruimen en ontspullen is dus wel even wat werk. Maar het levert je een rustige omgeving én dus een rustiger hoofd op! Dus waar wacht je nog op, aan de slag!
Waar begin je?
Zoals je ziet hebben we al snel veel meer spullen in huis dan nodig en is ontspullen geen overbodige luxe. Waar begin je dan? Denken dat je alles in één keer wel even zult opruimen is te hoog gegrepen. Juist doordat je er als een berg tegenop ziet (want het is letterlijke een berg!) stel je het uit. En van uitstel komt afstel. Begin liever in één kamer met één onderdeel, bijvoorbeeld een boekenplank. Neem je voor om die hele plank in ieder geval onder handen te nemen en als je daarna nog energie hebt kun je altijd nog iets anders meepakken (maar dat hoeft niet!).
Onspullen begint met ja of nee.
Kijk naar de spullen op je plank (of in je lade, kast, bureaublad etc.). Neem elk ding in je handen en vraag jezelf af: heb ik dit nodig? Zo ja, uiteraard behoud je het dan. Zo niet, dan kun je je afvragen of je er blij van wordt. Is dat zo? Dan kun je het behouden. Zo niet: doe het dan weg. Leg links een stapel aan met spullen die je behoudt en rechts een stapel voor de dingen die je wegdoet. En wegdoen betekent niet weggooien: je kunt spullen die nog goed zijn naar de kringloopwinkel brengen en zo een ander blij maken.
Maak een planning
Nu heb je één plank gedaan. Gefeliciteerd! Maar er is nog een heel huis vol met rommel! Maak daarom voor jezelf een planning om telkens een klein onderdeel te doen. Hoeveel dagen heb je nodig om zo stap voor stap steeds wat voortgang te maken? Wanneer doe je wat? Zet het op papier en beloon jezelf als je een hele kamer hebt kunnen ontspullen. En uiteraard ook als je helemaal klaar bent.

De tien minuten regel om van ontspullen een leefstijl te maken
Om ervoor te zorgen dat je niet wéér heel veel rommel verzamelt kun je met jezelf afspreken dat je elke dag tien minuten opruimt. Tien minuten moet je wel vrij kunnen maken, toch? In die tien minuten zet je dingen op hun plaats terug, doe je de afwas of bekijk je de spullen die je hebt met een kritische blik: ‘heb ik dit nodig of word ik er blij van?’ Zo zorg je ervoor dat ontspullen onderdeel van je leven wordt. Dit leidt tot meer rust van buiten én van binnen.