Een lage belastbaarheid hebben tijdens een burn-out is heel normaal. Sterker nog: het is vaak één van de symptomen van een burn-out.
Een lage belastbaarheid houdt simpelweg in dat je niet veel kunt dragen. Je bent snel te zwaar ‘belast’. Activiteiten, taken, verzoeken, het kan allemaal al heel snel als ‘te veel’ ervaren worden. Dingen die je normaal ‘gewoon’ zou doen, kosten nu enorm veel energie, of je kunt je er überhaupt niet toe zetten. Zelfs eten bereiden of jezelf fatsoenlijk aankleden om de deur uit te gaan, kunnen als een enorme berg aanvoelen waar je tegenop ziet. Je hebt er gewoonweg de energie en motivatie niet voor.
Een lage belastbaarheid is vaak een (tijdelijk) gevolg van een burn-out. Als je er over nadenkt is dat niet meer dan logisch: een burn-out heb je niet van de ene op de andere dag. Er zijn maanden – al dan niet jaren – aan vooraf gegaan waarin je te veel van jezelf hebt gevraagd. Je hebt op je tenen gelopen, te hard door gerend zonder regelmatig even rust te nemen. Op deze manier heb je roofbouw op je lichaam gepleegd. Waarschijnlijk heeft je lijf je al allerlei signalen gegeven dat de rem erop moest, maar heb je die signalen genegeerd. Je kunt denken aan onverklaarbare pijntjes en kwaaltjes. Je wuifde ze weg of nam een pijnstiller om de dag door te komen.
Hoofdpijn, pijn in je schouders of buikpijn zijn enkele veelvoorkomende klachten die ontstaan door stress. Als je maar lang genoeg door blijft gaan en de stress blijft dus aanhouden, dan is de kans groot dat je in een burn-out terecht komt. Lange tijd was je belastbaarheid waarschijnlijk prima, of zelfs hoger dan gemiddeld.
Maar als jij niet luistert naar je lijf, dan gaat je lichaam op een gegeven moment voor jou spreken: je bent opgebrand en krijgt niets meer uit handen. Je herkent jezelf niet meer. Dingen die je eerder vanzelfsprekend vond, kunnen ineens vreselijk vermoeiend zijn. Je voelt waarschijnlijk veel weerstand vanwege je lage belastbaarheid. Je herkent jezelf niet meer en dit is confronterend. ‘Ik deed dit toch altijd gewoon allemaal?’ kun je misschien denken. Klopt, maar nu dus niet meer. En dat is een zure appel om doorheen te moeten bijten.
Je weet nu dus dat je een lage belastbaarheid hebt. Dat is niet leuk, maar probeer jezelf niet te forceren. Accepteer dat het zo is. In de meeste gevallen zal je belastbaarheid langzaamaan steeds wat hoger worden. Dit proces kun je niet versnellen, zoals je niet aan gras kunt gaan trekken om het harder te laten groeien. Hoewel, het kan wel, maar wat er dan gebeurt is dat je het gras er uit trekt, en dan ben je dus nog verder van huis. Geef jezelf dus vooral de tijd om te herstellen.
Hoe sneller jij wilt gaan, hoe langzamer het duurt voor je hersteld bent. Neem dus rust. Probeer goed naar je lichaam te luisteren. Wat heb je nu echt nodig? Heb je een middagdutje nodig om überhaupt de dag door te komen? Geef hier dan gerust aan toe. Wees niet bang dat als je hier aan toegeeft, je de rest van je leven een middagdutje zult moeten doen. Dit is iets tijdelijks. Het is niet leuk, maar wel essentieel. Je lichaam heeft de tijd en de rust nodig om weer op krachten te komen.
Je kunt dus niet zoveel aan als je gewend was. Je bent misschien snel overprikkeld en zult dus ook aan de mensen om je heen moeten laten weten dat je een lage belastbaarheid hebt. Hoewel je hun gezelschap misschien erg op prijs stelt, kun je niet te lang onder de mensen zijn, want dat put je op dit moment uit. Het kan moeilijk zijn om dit aan te geven, omdat je bang bent dat je hen het gevoel geeft dat je hen afwijst. Weet dat dit absoluut niet zo is. Je bent de enige niet die snel overprikkeld is door gezelschap. Je kunt vragen of je hen één-op-één kunt zien in plaats van in een groep. Veel mensen met een lage belastbaarheid kunnen dit beter aan. Zorg ook dat je niet iedere dag achter elkaar mensen ziet, maar bouw ‘rustdagen’ in waarop je helemaal niets hoeft.
Ook als je aan het herstellen bent, maar je belastbaarheid is nog erg laag, zorg dan dat je echt heel rustig opbouwt. Ga bijvoorbeeld eerst alleen een keer langs op het werk om een kopje koffie te drinken. Als dit goed gaat en je voelt je er klaar voor, dan kun je misschien een uurtje wat eenvoudige werkzaamheden oppakken. De tijd dat je dit doet kun je ook langzaam opbouwen. Het is goed mogelijk dat je denkt dat je het alweer aankunt, maar dat terwijl je bezig bent, je tot de ontdekking komt dat het toch nog te veel is. Geef dit dan zo snel mogelijk aan. Niemand is er bij gebaat als jij te snel re-integreert en binnen een paar maanden weer terugvalt. Stem dus altijd goed af met je leidinggevende en stuur bij waar nodig.
Hetzelfde geldt voor opbouwen in je privéleven. Bouw langzaam het aantal mensen dat je tegelijkertijd ziet op. Of breidt de duur waarop je met mensen afspreekt uit. Het is vaak een kwestie van vallen en opstaan: je zult moeten experimenteren met je belastbaarheid. Je weet tenslotte niet hoe hoog of laag die na verloop van tijd zal zijn. Probeer dus voorzichtig nieuwe activiteiten uit.
Let te allen tijde op je grenzen en loop niet te hard van stapel. Door goed voor jezelf te zorgen zul je je belastbaarheid stap voor stap weer kunnen verhogen. Maar weet ook dat sommigen nooit weer precies dezelfde belastbaarheid zullen hebben als vóór hun burn-out. Maar de vraag is natuurlijk of je dat wel moet willen. Want hield je toen niet té veel ballen in de lucht en is dat wel realistisch om weer van jezelf te verwachten?
Doe geheel vrijblijvend de burn-out test of neem contact met ons op.
Direct contact Of bel 085 - 5363606