- Persoonlijke verhalen van Reinoud
- Het vinden van jouw eigen unieke weg
- Maandelijks in de mail
Met een van mijn coachees heb ik een bossessie, ergens op de grens van Friesland-Groningen-Drenthe. Het is een warme, lome, zonovergoten nazomermiddag en het is prettig om in de schaduw van de bomen te kunnen lopen. Mijn coachee en ik naderen het einde van onze wandelafspraak als hij plotseling in ons gezichtsveld verschijnt: een tanige man met een vale, loszittende broek die op zijn heupen hangt. Zijn bovenlichaam is ontbloot. Met twee handen drukt hij een fiets door het zand. De kar vol huisraad die er aan vastzit, maakt het duwen zwaar. Aan het stuur van de fiets hangt een paar schoenen. Naast de man loopt een hond.
Mijn coachee en ik slaan het tafereel gaande. Dit is een echte wildeman, schiet er door me heen. ‘Zou hij hier in het bos wonen?’ vraag ik me vervolgens hardop af. ‘Dat zou heel goed kunnen’, zegt mijn coachee. ‘Het ziet er in ieder geval uit alsof hij zijn hele hebben en houwen bij zich heeft.’ Terwijl we doorlopen, wordt de afstand tot de man kleiner. ‘Wat lijkt het me gaaf als je zo kunt leven’, mijmert mijn coachee. ‘Zo vrij, los van alles’. Ik kijk hem van opzij aan. ‘Nou, wat let je’? Hij kijkt terug, een betekenisvolle grijns op zijn gezicht. ‘Dat zou ik nooit kunnen,’ zegt hij. ‘Daarvoor ben ik veel teveel gehecht aan mijn vastigheid.’
Even later passeren we de man en zijn hond. Als ik hem groet kijkt hij op en groet terug. ‘Woon je hier in het bos?’ vraag ik. Hij knikt. ‘Op dit moment lijkt me dat geen straf’, zeg ik en ik maak een gebaar om me heen en naar de blauwe lucht. Voorzichtig lacht hij. ‘Woon je hier ’s winters ook?’ vraag ik. Dit is voor hem een uitnodiging om iets te vertellen over de manier waarop hij leeft.
Alle seizoenen van het jaar is hij buiten, vertelt hij, in het bos, zijn hond en spullen bij zich. ’s Nachts slaapt hij in een tentje, maar wel nadat hij het bos in geweest is. Dan bezoekt hij de dieren die daar leven. De nacht is van hem, in het donker voelt hij zich thuis. De wilde dieren zijn z’n vrienden, bij hen is hij vertrouwd. Reeën, vossen, dassen, alles komt hij tegen. En in de afgelopen paar jaar heeft hij al acht wolven gespot. Met trots vertelt hij over de krijttekeningen die hij achterlaat op sommige bomen. Daar legt hij dan zelfgemaakte ringen omheen, van takken en veren. ‘Een beetje zoals dromenvangers’, legt hij uit, ‘maar die van mij noem ik herinneringenvangers.’
Af en toe stel ik hem een vraag. Binnen een paar minuten komen we zo van alles te weten over deze wildeman. Dat hij door zijn hond gemakkelijker aanspraak heeft bijvoorbeeld, wat hem helpt zijn verlegenheid te overwinnen. En dat hij zo lang hij het zich herinnert het liefste in het bos is. Als klein kind al smeerde hij hem vaak onder schooltijd, waarna de meester hem terugvond in de bosjes. Een leven met een huis, tuin, werk, drukte en stress is overduidelijk niet aan hem besteed. Deze man is een met de natuur en wat daarin leeft en groeit, hij weet er alles van en eet er van. Zo weet hij het jaar rond eetbare paddenstoelen en kruiden te vinden. Soms krijgt hij spontaan een tas met etenswaren van mensen uit het dorp, waar hij een houten huisje heeft. En in het buurthuis kan hij ’s avonds een warme maaltijd krijgen voor €2,50 als hij wil. Er wordt goed naar hem omgekeken. Stiekem stelt dat me ook wel gerust.
Mijn coachee en ik luisteren geboeid naar het verhaal van deze bijzondere man, die zomaar op ons pad verscheen. Zijn haar zit een beetje wild op z’n hoofd. Ik kijk naar zijn zwart omrande nagels en verwonder me om zijn schone lijf. Het is alsof hij mijn gedachten raadt. ‘Ik ben op weg naar de pingo* daar verderop,’ vertelt hij. ‘Hier in de omgeving zijn er een paar. Daar was ik me altijd, ook in de winter.’ Hij wijst naar een vennetje, waarvan ik tot dat moment niet wist dat het uit de ijstijd stamt. Ik bedank hem voor zijn verhaal en dat hij dit met ons deelt.
We nemen afscheid en mijn coachee en ik vervolgen onze weg in stilte. Als we bijna bij de parkeerplek zijn zegt hij: ‘Wat een bijzonder verhaal en wat mooi dat je zo kunt leven. Zo vrij, los van alles. Deze man raakt vast nooit burn-out.’ Dan fronst hij zijn voorhoofd. ‘Toch zou ik zelf niet weten hoe ik dat zou moeten doen, leven zonder mijn vertrouwde vastigheid.’ Ik kijk hem aan en lach. Vrij willen zijn, los van alles. Wildeman zijn. Maar tegelijkertijd de vastigheid willen behouden. Het lijkt me een mooi onderwerp voor onze volgende wandelsessie.
*Pingo’s stammen uit de ijstijd. De overblijfselen ervan – zogenaamde pingoruïnes- zijn ook te vinden in Friesland: vijvertjes en vennetjes die overbleven nadat het ijs duizenden jaren geleden smolt.
Doe geheel vrijblijvend de burn-out test of neem contact met ons op.
Direct contact Of bel 085 - 5363606